Dwerggalerij0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a. "Dwerggalerij": blz. 159

- Haan, Caroline de, Dwerggalerijen in Lucca en Pisa, van de 11e tot en met de 14e eeuw, Doctoraalscriptie Kunstgeschiedenis en Archeologie Rijksuniversiteit Utrecht (begeleider A.F.W. Bosman), augustus 1992. [90 blz.].

- Hartog, E. den, Romanesque Architecture and Sculpture in the Meuse Valley (bewerking van proefschrift "Twelfth-century architecture and sculpture in the diocese of Liège and the former duchy of Brabant: a formal analysis and a study of the origins, function and symbolism", University of London, 1988). Deel in de serie 'Maaslandse Monografieën, groot formaat'. Leeuwarden, Mechelen (Eisma), 1992. [229 blz. ISBN 90.74252.04.4]. Hierin vooral blz. 56-69

- Humann, Georg, Stützenwechsel in der romanischen Baukunst, insbesondere bei Kreuzgängen und Zwerggalerien. Deel in de serie 'Studien zur Deutschen Kunstgeschichte', nr 233. Stassburg (Heitz), 1925. [26 blz. plus afb. ISBN -]

- Meischke, R., "Het kleurenschema van de middeleeuwse kerkinterieurs van Groningen". In: Bulletin KNOB, 1966 (jrg 65, afl. 3/4), blz. 57-91. Hierin: blz. 59 ["De merkwaardige blinde zones, die werden aangetroffen bij enkele koorpartijen zoals Siddeburen en Oldenzijl, zouden bij een gepleisterde architectuur geleed kunnen zijn door een geschilderde dwerggalerij"]

- Mekking, , Aart J.J., "De toren van de Utrechtse Buurkerk, het Keulse Rijnfront en de schilder Jacob van Utrecht". In: Jaarboek Oud-Utrecht, 2020, blz. 164-175 (Weerlegging van de theorie van Hundertmark dat de Utrechtse Buurkerk een absis met dwerggalerij gehad zou hebben. Op blz 166: 'Absiden met dwerggalerij'. Op het besproken paneel is een gezicht op het Rijnfront van Keulen te zien, met tal van absiden met dwerggalerij. Mekking geeft aan waarom die in Keulen regelmatig voorkwamen, terwijl in Utrecht alleen de keizerlijke Mariakerk als navolging van de Dom van Spiers er mogelijk een had.)